Beheersindicatoren

 

• De student kan op basis van een praktijkopdracht een probleemstelling opstellen een samengestelde onderzoeksopzet  maken met meerdere onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden en dit onderzoek uitvoeren.
• De student kan de resultaten uit het eigen onderzoek interpreteren en beoordelen en tot onderbouwde uitspraken komen binnen de kaders van de gestelde opdracht.
• De student kan de data en uitkomsten van een communicatie- of mediaonderzoek verantwoorden en verdedigen (schriftelijk en mondeling).

Bewijs

De student kan op basis van een praktijkopdracht een probleemstelling opstellen, een samengestelde onderzoeksopzet maken met meerdere onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden en dit onderzoek uitvoeren.

 

Voor deze indicator gebruik ik het afstudeerrapport dat wij moeten maken om de opleiding succesvol af te ronden. Ik verwijs voor de onderzoeksvragen opstellen naar de inleiding op hoofdstuk 1, paragraaf 1.6. Voor een onderzoeksopzet refereer ik naar het conceptueel model in het theoretisch kader in hoofdstuk 2, paragraaf 2.5 en voor het onderzoeksmethodiek kiezen en uitvoeren wordt gebruik gemaakt van heel hoofdstuk 3.

Reflectie

Dit was een onderdeel waar ik het meeste moeite mee had. De onderzoeksvragen heb ik tot aan het laatste moment aan gezeten om dat goed te krijgen. Dit keer was het geen Gap-analyse waar in principe al voorgezegd is wat er gedaan moet worden. Hiervoor heb ik intensief hulp gevraagd aan de afstudeercoaches. Het probleem was dat mijn probleem op organisatieniveau niet geheeld duidelijk was, waardoor er niet echt een heldere centrale vraag en onderzoeksvragen geformuleerd konden worden. Het probleem werd alleen op communicatieniveau beschreven en gaf daardoor niet echt meer grond om de vragen op te stellen.

 

Wat hieraan wel goed ging, was dat toen de vragen wel gebaseerd waren op de voorverkenning, het verdere werk simpeler maakte. Zodra ze waren opgesteld, kon ik weer verder uit de voeten en daardoor vlotte de communicatiecyclus aanzienlijk, hoewel het wel nog steeds lastig was.

Een onderzoeksopzet was vrij gemakkelijk om op te stellen. Zoals er gezien kan worden heb ik dit met behulp van het theoretisch kader gedaan. Het doel van dit theoretisch kader was om in ieder geval uitgangspunten op te stellen om zo de passende methoden voor dataverzameling op te stellen. Om erachter te komen hoe de espressobars op dit moment de boodschap verspreiden aan hun gasten en wat hun behoeften en wensen zijn om dit nog beter uit te oefenen, moeten er naar verschillende punten gekeken worden.

Wat hier goed ging, was vooral de manier waarop ik de verschillende modellen met elkaar had vergeleken en welke strategieën er waren om brand advocacy te vergroten. Er zijn na een uitgebreide research enkele waardevolle modellen uitgekomen. Dit waren de ambassadeursstrategie, fanstrategie, contentstrategie en strategie bij issuemanagement. Voor de modellen heb ik twee geschikte brand advocacymodellen gevonden. Het Social Currency model en het brand advocacymodel. Het was voor mij eenvoudig om er een uit te kiezen, die antwoord kan geven op de deelvragen.

Wat minder ging, was dat ik heel lang bezig was geweest om alles voor het theoretisch kader gegrond te maken. Hierdoor heeft het maken van een onderzoeksopzet onder geleden.

Als laatste de methodiek. De keuzes om achter het antwoord van de onderzoeksvragen te komen, waren vrij gemakkelijk om te maken. Er zijn natuurlijk talloze manieren om erachter te komen hoe derde partijen hun informatie verspreiden, maar het meest natuurlijke in mijn mening is om een kwalitatief interview te houden. De reden hiervoor was voor mij dat ik persoonlijk contact heb en kan doorvragen waar ik wil. Door verschillende, geselecteerde bronnen te ondervragen, kon ik een breder antwoord krijgen en deze met elkaar vergelijken. Tevens was de keuze om bij de tweede onderzoeksvraag om voor een kleine observatie te kiezen, voor de hand liggend. Zo kon er in een oogopslag geïnventariseerd worden met welke middelen de espressobars de boodschap verspreiden. Voor mij was dit niet echt een groot struikelpunt. Alles was van tevoren eigenlijk al duidelijk en daarom moest het alleen nog op papier gezet worden. Dit was voor mij een opdracht wat met behulp van de afgelopen jaren op school, makkelijk te voltooien was. Dit was ook het geval bij de uitvoering van het onderzoek. Alles stond van tevoren opgesteld en ik kon er niet gemakkelijk van afwijken.

Persoonlijk contact in de vorm van een interview, vind ik persoonlijk heel fijn. Zo kan er gekeken worden naar de non-verbale communicatie. Naast dit, heb ik ook de vaardigheid om van een interview eigenlijk een soort van gesprek te maken, om zo de geïnterviewde op zijn of haar gemak te stellen. De methodiek past naast het achterhalen van een antwoord op de centrale vraag, ook bij mij als persoon. Wat hier heel goed ging is het enthousiasme van de respondenten. Hierdoor krijg ik ook energie en ik houd ervan om andere perspectieven te horen. Een valkuil voor mij op dit punt was dat ik het al gauw in mijn eigen visie kan zien, in plaats van die van onafhankelijke onderzoeker. Echter is dit wel verminderd in het afgelopen jaar.

Als ik dit naast de competentie leg die ik eerder heb ingevuld, ben ik wel veel meer hierin ontwikkeld. Het helpt echter wel dat ik alles zelf in de hand had, terwijl in de laatste keer dat ik dit had ingevuld, moesten wij in duo’s werken. Naast persoonlijke omstandigheden, heb ik redelijk het hoofd koel gehouden. Ik wist waarmee ik bezig was en ik was niet als een kip zonder kop aan het rondrennen. Dit is wel belangrijk voor een professional. Waar ik eerst een 6 op heb gescoord, heb ik nu voor mijn gevoel een 7 gescoord. Hoewel ik wel content ben, moet ik proberen meer het overzicht te houden. Het verschil van een punt zit vooral bij het vinden van goede literaire ondersteuning en het kiezen van passende onderzoeksmethodieken. Bij dit onderdeel ben ik overtuigd dat ik daar grote sprongen mee heb gemaakt. Al met al zit hier veel verbetering in en natuurlijk kan het altijd beter, maar deze indicator kan ik in heel mijn carrière ontwikkelen.

De student kan de resultaten uit het eigen onderzoek interpreteren en beoordelen en tot onderbouwde uitspraken komen binnen de kaders van de gestelde opdracht.

Hier verwijs ik naar het hoofdstuk conclusies. Dit hoofdstuk is gedaan nadat ik de resultaten uit het veldonderzoek heb gehaald. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van paragraaf dat betrekking heeft op het advies.

Zoals verteld in de voorgaande beheersindicator, staat dat ik met behulp van het labelen van antwoorden uit het transcript de resultaten op papier heb gezet. Ik ging eerst kijken of er relaties waren tussen de antwoorden. Als dat zo was, schreef ik het op. Als deze er niet waren, heb ik gekeken op welke manier dat antwoorden verschillen. Ik heb gebruik gemaakt van drie verschillende soorten conclusies: een patroon, spanningsveld of verschil. Een patroon is als alle respondenten individueel van elkaar hetzelfde hebben geantwoord. Een spanningsveld is als er tegenstrijdige antwoorden gegeven en een verschil is als alle respondenten een ander antwoord gaven. Door eerst in het algemeen een conclusie te schrijven, werd daarna bekeken of er bijvoorbeeld genoeg of te weinig informatie gegeven werd door de organisatie aan haar klanten.

Reflectie

Als eerste dacht ik dat het een moeilijke opgave zal worden, maar toen ik eraan begon had ik direct al een idee hoe het moest. Door mijn voorkennis die ik heb vergaard in het tweede leerjaar, had ik al snel het idee hoe het moest. Met name dankzij het labelen wat ik al eerder had gedaan, kon ik makkelijk de resultaten omzetten naar conclusies. Wat hieraan goed ging, was vooral het tempo en het gemak waarmee ik het kon schrijven. Door duidelijk de antwoorden van de verschillende respondenten eerst op te schrijven in het hoofdstuk resultaten, kon ik hierdoor makkelijk de conclusies trekken. Ook hierin hielp het vooral om niet af te wijken van de resultaten en de antwoorden die bij de vragen horen alleen mee te nemen in de conclusies. Waar eventueel wel verbetering in kan zitten, is om meer informatie te vergaren bij de interviews. Echter heeft dit niet heel veel te maken met het interpreteren en beoordelen, maar zal het proces wel makkelijker maken. Dit is een punt waar ik het volgend onderzoek zeker zal meenemen om het proces nog beter uit te voeren. In de nulmeting had ik mijzelf al een 7 gegeven, omdat het in mijn aard zit om zonder aannames de data onafhankelijk te interpreteren. Echter heb ik wel het gevoel dat ik hierin wat versterkt ben. Dit dankzij het voorbereidende werk dat ik heb gedaan in de vorige hoofdstukken van de onderzoeksmethodiek en de resultaten.

De student kan de data en uitkomsten van een communicatie- of mediaonderzoek verantwoorden en verdedigen (schriftelijk en mondeling).

Voor deze indicator gebruik ik vooral reflectie in paragraaf 5.4 voor die ik in de scriptie heb gemaakt.

In dit hoofdstuk ben ik eerlijk geweest op het onderzoek. Ik heb eerlijk gezegd dat ik de populatie niet heb behaald en dat daarmee de representativiteit aanzienlijk mee is gezakt. Daarnaast heb ik ook aangegeven dat sommige respondenten niet voor het product zelf hebben gekozen en dat er een respondent pas drie maanden in dienst was bij het bedrijf dat bij Moyee Coffee afneemt. Echter heb ik wel kunnen vertellen dat dit onderzoek niet voor niets is geweest. Het onderzoek geeft een helder beeld van hoe de espressobars nu de boodschap van de opdrachtgever verspreid aan hun gasten. Hiermee heb ik mijzelf schriftelijk verdedigd. Echter moet het mondeling nog plaatsvinden. Al met al heb ik meer dan alleen vertrouwen in dat ik dit ga halen, mits mijn scriptie voldoende wordt beoordeeld.

Reflectie

Dit deel was redelijk lastig. Het is namelijk niet de bedoeling om mijn eigen scriptie helemaal af te branden, maar het is wel noodzakelijk om de belangrijkste dingen uit te lichten. Het vooraf bepaalde doel is helaas niet behaald. Dat deed best veel met mij. Ik wilde natuurlijk dat het veldonderzoek perfect verliep, maar dat was helaas niet het geval. Daardoor was in mijn eerste versie van de reflectie in de scriptie wel heel erg negatief. Gelukkig had ik er de tijd voor om dit recht te trekken en kon ik het belangrijkste belichten in de scriptie. In de laatste versie van de reflectie kon ik alsnog zeggen dat dit onderzoek goed in kaart brengt hoe de brand advocacy er nu uitziet.

Ik heb mij eerst hiervoor een magere 5,5 gegeven, omdat ik vooral alles op het laatste moment heb gedaan. Dit keer heb ik mijn tijd ervoor genomen en daarmee is het proces een stuk vlotter en accurater verlopen. Alle data was al ruim van tevoren klaar en had ik genoeg tijd om alles nog eens door te lezen. Ik heb mijzelf bij de eindmeting een 6,5 gegeven. Dat wil zeggen dat ik genoeg kennis heb om het bedrijfsleven hiermee in te gaan.